Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En aangaande de overgeblevenen onder u, [51]Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, [52]gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt. 51. Dat is, Ik zal hun allen moed en kracht benemen en een vrees aanjagen, dat zij zonder nood zullen verschrikt worden. 52. Hebreeuws, de vlucht eens zwaards.